Erik Ekkel brengt al 12 jaar alle schaatsplekken in kaart

Algemeen

LINGEWAARD - Al ruim 12 jaar maakt Erik Ekkel de onder liefhebbers fameuze landelijke ‘schaatskaart’. De kaart, die Ekkel meerdere keren per dag bijwerkt, laat ook zien of en waar in de gemeente Lingewaard geschaatst kan worden. In verband met het coronavirus toont de kaart dit jaar informatie over de drukte op het ijs.

Na een lange tijd stilzitten zijn de eerste meters op het ijs altijd onwennig. “Maar als het zonnetje schijnt, het is net onder nul en om je heen hoor je het kriskras-geluid van andere schaatsers, geeft dat een euforisch gevoel”, zegt Erik Ekkel (58). “En na een tijdje gaat het schaatsen weer als vanzelf.”

Nederland greep de kans afgeleid te worden van de coronarealiteit de afgelopen dagen met beide handen aan. De ijzers bleken niet aan te slepen, slijpers draaiden overuren, een collectief verzetje. De schaatskoorts liep zo hoog op dat er even serieus gesproken werd over een Elfstedentocht, die het laatst verreden werd in 1997. “De liefde voor het schaatsen zit diep in de volksaard”, merkt Ekkel.

Voor en door schaatsers

Schaatsliefhebbers in de gemeente Lingewaard moeten gemiddeld 18,1 kilometer reizen om bij een kunstijsbaan te komen. Dat is 0,4 kilometer minder dan het landelijk gemiddelde van 18,5 kilometer, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Toch zullen ook zij blij geweest zijn met de vrieskou: voor liefhebbers gaat er niets boven natuurijs.

En wie zoekt naar een mooie schaatsplek, doet er goed aan de kaart van Ekkel te raadplegen. Ekkel begon ermee in 2008. “Dat was ook een goede winter. Ik wilde toen gaan schaatsen en keek online of iets kon vinden, maar er was eigenlijk niks.”

Dan doe ik het zelf wel, dacht Ekkel. Met behulp van Google Maps maakte de schaatsliefhebber een kaart met een aantal geschikte schaatsplekken daarop met stippen aangegeven. Vanaf dat moment liep het storm op Ekkel.nl. Aan schaatsen kwam hij die winter nauwelijks toe.

Alle informatie wordt aangedragen door schaatsers op locatie. “Het is voor en door schaatsers, we doen het met zijn allen. Ik faciliteer en monitor alleen.” Ekkel legt uit hoe zijn kaart werkt. “Stel je bent nu bij de Ankeveense Plassen aan het schaatsen, dan kunnen mensen daar doorgeven hoe het ijs is, waar je kunt parkeren, waar er wakken zitten. Zo krijgen alle locaties hun eigen verhaal. Sommige mensen geven al tien jaar gegevens door.”

Na de eerste meldingen maakt Ekkel de stip op de kaart rood om duidelijk te maken dat het ijs mogelijk nog onbetrouwbaar is. Als er volgens Ekkel voldoende meldingen zijn binnengekomen, verandert hij dit in groen. “Uiteraard met de disclaimer dat schaatsen altijd riskant kan zijn.”

Waarschuwing

Ekkel ziet het inmiddels als zijn plicht de website, die op goede dagen 100 duizend bezoekers trekt, actueel te houden. “Ik neem in vorstperiodes altijd mijn laptop mee, ook als ik zelf ga schaatsen. Dan werk ik in een uurtje even de site bij.” Dat heeft ook met veiligheid te maken, zegt Ekkel. “Waarschuwingen voor wakken wil ik bijvoorbeeld zo snel mogelijk op de kaart hebben.”

Met het oog op het coronavirus geeft Ekkel dit jaar ook aan hoe druk het is op de plassen, meren en ijsbanen. “Dan kan ik bij drukke locaties misschien een waarschuwing zetten: daar zijn te veel mensen, ga er niet heen.”

Een laatste tip voor de winterse dagen? “Houd de kaart in de gaten. En geniet vooral van het ijs natuurlijk.” Voor je het weet moet je weer 18,1 kilometer reizen naar de kunstijsbaan.

Alle info wordt doorgegeven door schaatsers op locatie

“Sommige mensen geven al tien jaar gegevens door”

‘In Gelderland kouder dan in noorden van Nederland’

Kouderecords zijn de afgelopen dagen niet gesneuveld, maar strenge vorst (kouder dan -10 graden celsius) was inmiddels alweer meer dan twee jaar geleden. “En zeer strenge vorst, kouder dan -15, was zelfs ruim 8 jaar geleden”, zegt Reinout van den Born (52).

Die vorstvrije winters zijn volgens de meteoroloog van Weer.nl goed te verklaren. “Het klimaat warmt op, daarmee wordt de kans op vorstperiodes in Nederland steeds kleiner. Vroeger hadden we meerdere winters achter elkaar met strenge vorst.”

De kans dat die kouderecords nog gebroken gaan worden, acht Van den Born dan ook klein. “Die staan heel scherp. Op 27 januari 1942 werd er -27,4 gemeten. Deze eeuw zijn we niet verder gekomen dan -22,9 graden op 4 februari 2012 in Lelystad.”

Een ander gevolg van klimaatverandering is dat de Oostzee boven Polen niet meer dichtvriest, zegt Van den Born. De Siberische lucht die via noordoostelijke wind over de nog altijd vrij warme zee het noorden van Nederland bereikte, warmde hierdoor op. De lucht die eveneens uit Siberië over land de zuidelijke provincies bereikte, was juist kouder. “Hierdoor was het in delen van Gelderland bijvoorbeeld kouder dan in het noorden van het land. Zeker ‘s nachts kon dat verschil oplopen.”

Uitgelicht

Digitale krant