Wethouder Slob: Biomassa een tijdelijke voorziening

BEMMEL – De biomassacentrale lijkt in Nederland van zijn duurzame troon gevallen. Burgers in het land hebben met succes de strijdbijl opgraven uit angst voor fijnstof, luchtvervuiling en klimaatschade. GroenLinks en B06 trekken al geruime tijd gezamenlijk kritisch op over de geplande snoeihoutscentrale Bergerden. Tot nu toe zonder enige resultaat. De vergunning is verstrekt en het past binnen het bestemmingsplan, zegt het college. Toch beweegt er wat.

Het terugdringen van het gebruik van aardgas, daar gaat het om. Veertien ondernemers willen een biomassacentrale om warmte te leveren voor het warmtenet waarop ze zijn aangesloten. Dat verbruikt nu nog 25 miljoen kuub aardgas uit Groningen, maar die kraan gaat met ingang van 2021 dicht. Het kabinet stelt ruim 53 miljoen subsidie beschikbaar voor de bouw van de Lingewaardse biomassacentrale, die gestookt wordt met snoei- en afvalhout. Volgens GroenLinks is er jaarlijks 42.700 ton snoeihout nodig.
De landelijke kritiek op biomassa zwelt aan. De uitstoot van schadelijke stoffen is juist hoger dan bij kolencentrales. Dat betekent een grotere klimaatbelasting, maar ook dat omwonenden te maken kunnen krijgen met een lagere luchtkwaliteit.

Biomassacentrale is in de praktijk een stuk minder duurzaam. Wethouder duurzaamheid Aart Slob weet dat ook. Hij zegt er een spijt van te hebben dat de bouw van snoeihoutscentrale Bergerden niet is tegen te houden. De vergunning ligt er. Hij is er zich van bewust dat er een verhitte discussie groeit. De wethouder zegt wel behoefte te hebben om alle feiten in beeld te brengen om een standpunt te kunnen bepalen. "Het zou dom zijn om dat voor de toekomst niet te doen."
Volgens Slob is de snoeihoutscentrale Bergerden een tijdelijke voorziening. Er moest wat gebeuren, zegt hij. De tuinders kunnen niet wachten om van het gas af te gaan. Hij verwacht dat over pakweg vijftien jaar de energielevering er heel anders uitziet.