Ingezonden brief

Verzorgingsstaat

“Mijn naam is Willie. Ik ben 89 jaar oud en in goede gezondheid. Ik ben door omstandigheden nooit getrouwd en daardoor heb ik ook geen kinderen. Geëvacueerd gedurende de oorlog. Eenmaal terug na de oorlog kreeg ik een heel leuk huisje met een slaapkamertje beneden en een kleine kamer met keuken. Boven, via een smalle trap, bevond zich nog een slaapkamer. Nu is de beneden verdieping gerenoveerd en bevindt de keuken zich op de plaats van de slaapkamer. Daardoor slaap ik nu boven.

Tot ik recent wat pijntjes kreeg en ik de dokter bezocht. Ik schrok hevig van zijn uitslag. Ik bleek darmkanker te hebben!

De doctoren beoordeelden mijn fysieke gezondheid en ik slaagde met vlag en wimpel.

Ik ben sterk genoeg om deze operatie te ondergaan. Natuurlijk was ik een beetje zenuwachtig vlak voor de operatie. Ik zag ook wel op tegen de algehele narcose waarvan ik hoorde dat je daar nog vrij lang last van houdt na zo’n ingreep. Ik hoop na de operatie een paar weken te kunnen herstellen in een verzorgingshuis om op krachten te komen. Want in wezen kan en mag ik dan nog niets.”

Ik heet geen Willie, ik heet Hans Koster. Ik heb dit verhaal gehoord uit de mond van “Willie”. Het verhaal neemt een nare wending. Ze krijgt het niet voor elkaar om voor een paar weken opgenomen te worden in een verzorgingshuis. De reden? “U bent fit genoeg mevrouw!”

Dit kan toch niet waar zijn. Gaan we zo om met oude mensen? Zo harteloos en zonder enige empathie? Mijn hart brak en ik voelde me genoodzaakt melding te maken van deze situatie.

Hans en Anneke Koster