Afbeelding
Foto:

Doodnormale koeien

Daar waar de Linge eerst een flauwe bocht naar links en dan een haakse naar rechts maakt, kruist het Goudsbloempad het fietspad van Bemmel naar Angeren. Vanaf hier tot voorbij Elst loop ik langs en door Park Lingezegen, een ‘landschapspark in aanleg’, de ‘groene long van de stadsregio Arnhem-Nijmegen’, een ‘kwalitatief hoogwaardig uitloop- en recreatiegebied voor de inwoners van Arnhem-Zuid, Elst, Bemmel, Huissen en Nijmegen-Noord’.

Park Lingezegen is het tot nu toe grootste landschapsproject van de landelijke overheid. Een uitdaging voor hedendaagse landschapsarchitecten. En dan krijg je wat jargon. 

De aanleiding voor dat park? Het gebied tussen Arnhem, Nijmegen, Elst en Bemmel, de ‘stadsregio Arnhem-Nijmegen, is de afgelopen decennia in rap tempo verstedelijkt. Nog even, en er wonen hier zo’n 160.000 mensen. Het is nu zaak ‘de omgevingskwaliteit te versterken’. En daar gaat Park Lingezegen dus aan bijdragen.

Maar pas op, het is geen traditioneel park. Niet weer zo’n ‘plek in bebouwd gebied waar je even op adem kunt komen’ en ook niet zo’n gebied met een stuk of wat Schotse Hooglanders in de blubber. Het is een ánder park, een gevarieerd landschapspark – in wording dus vooral nog, maar eigenlijk doorlopend in ontwikkeling en nooit af. Park Lingezegen is zeventienhonderd hectare ruimte voor mensen, landbouw, cultuur en water. Het cultuurlandschap zelf is hier het park, terwijl er ook nog gewoon wordt gewerkt en er producten worden verbouwd. Hier staan doodnormale Hollandse koeien in de wei.