Afbeelding
Foto:

Op zoek naar de Dode Linge

Ik sta voor het station in Tiel en ben op zoek naar de Dode Linge. Op een nogal nauwkeurig kaartje zag ik dat er even voorbij het eind van de Stationsstraat een piepklein slootje uit de stadsgracht moet ontspringen. Dat zou het begin zijn van wat er over is van die ooit zo machtige Linge, die tot aan het begin van de veertiende eeuw net voor Tiel van de Waal aftakte. Wat zeg ik? De Linge was heel lang de hoofdstroom van die Rijntak.

Ik vind geen Stationsstraat voor het station, wel een Stationsweg. Die neem ik, en laat nou de tweede weg naar links Lingedijk heten. Ik moet dus in de buurt zijn.

De Stationsweg verandert significant van naam, ik loop nu wél op de Stationsstraat. Aan het eind daarvan stuit ik op de stadsgracht. En inderdaad, als ik linksaf de Voor de Kijkuit – zo heet die straat; zou hier in vroeger tijden een uitkijkpost zijn geweest? – inloop, dan zie ik net na de afslag naar de Konijnenwal – ze strooien met wonderlijke straatnamen hier in Tiel – rechts van de weg een onooglijk slootje. Dat moet ‘m zijn, de Dode Linge.

Het stroompje komt van de andere kant van de Voor de Kijkuit, het liep daar onder de weg door. Van de paar honderd meter van de Waal tot aan hier is, op een stukje van de stadsgracht na misschien, zelfs helemaal niks meer over. Maar als ik mijn ogen dichtdoe zie ik de Linge breeduit vanuit het winkelhart van Tiel, aan de andere kant van de gracht, aan komen stromen.

Waar nu de Waterstraat is, daar moet de rivier hebben gelopen. Even verderop herinnert de Damstraat nog aan de afdamming, aan het begin van de veertiende eeuw dus.