Afbeelding
Foto:

Steeds weer de Betuweroute

Bij Kapel-Avezaath steek ik voor de derde keer de A15 en zijn onafscheidelijke ijzeren broertje, de Betuweroute, over. Het is niet zo raar dat ik het duo zo vaak tegenkom. Ze gaan net als de Linge dwars door de Betuwe, maar dan vooral strak rechtdoor, terwijl de rivier er vanaf Zoelen juist vrolijk op los probeert te meanderen.

De in 2007 in gebruik genomen Betuweroute – de goederenspoorlijn van de Maasvlakte naar de grens met Duitsland, een paar kilometer voorbij Zevenaar – maakte de tongen en de pennen vanaf het eind van de vorige eeuw flink los. Politici en geleerden waren verdeeld over het nut en de noodzaak. De besluitvorming en de aanleg verliepen stroperig, de kosten vlogen de pan uit en de milieuorganisaties en de aanwonenden klommen in de gordijnen. Maar de archeologen zagen hun kans schoon. Ze mochten een smalle streep grond dwars door de Betuwe onderzoeken. Bij Hardinxveld-Giessendam kwam een vijfduizend jaar oude boomstamkano boven water. Even later kwam ook ‘Trijntje’ (!) tevoorschijn, een zevenduizend jaar oud menselijk skelet.

Het blijft nog tot 2024, of langer, tobben met de Betuweroute. Het vervolgtraject in Duitsland ligt er nog altijd niet. De mensen die eerst de opwerkcentrale in Kalkar wisten tegen te houden, hebben hun messen geslepen om te voorkomen dat er een verdubbelde spoorlijn komt door Emmerich.

In de vijf minuten dat ik hier sta te kijken, denderen er drie treinen voorbij.

Liep ik in Kapel-Avezaath – gemeente Tiel – op het Laageinde, aan de andere kant van de snelweg loop ik na een slinger van 180 graden wéér op het Laageinde. Die ouwe weggetjes trekken zich van die eigentijdse infrastructurele fratsen niets aan. Ik ben ook nog steeds in Kapel-Avezaath, maar nu in de gemeente Buren.

Bij een splitsing loopt de Lingesteeg naar recreatieoord De Zandput, toepasselijker kan een naam niet zijn. Ik blijf nog een tijdje op het Laageinde. Ook hier staan monumentale negentiende-eeuwse boerderijen. Monumentale bomen ook. Een rode beuk, een treurwilg en zes walnotenbomen vechten om wie de meest imposante is. De Cromme Maen mag er ook wezen, vindt de vervaarlijk blaffende hond die gelukkig op het erf blijft. Wonderlijk, dat verloren staande toegangshek met die kromme muurtjes ietsje voorbij de boerderij.