Afbeelding
Foto: eigen foto

Over Mariënwaerd

Ik sta aan het eind van de Appeldijk, op het landgoed Mariënwaerdt in Beesd. 

Het bos voor m’n neus is oud, het is van huis uit een kloosterbos. Even verderop, op het ‘eiland van Maria’, stond in de late middeleeuwen een Norbertijner abdij. Op een wat ongelukkig punt wel, zo’n beetje op de grens van Holland, Gelre en Brabant. Er werd vaak gevochten en geplunderd, het klooster werd om de haverklap verwoest en weer opgebouwd. Aan het eind van de zestiende eeuw kwam de genadeklap. De ruïne met het omliggende, zompige land – de Linge kon lelijk buiten zijn oevers treden, toen nog wel – stond vervolgens heel lang te koop. 

Om de koop aantrekkelijker te maken werd Mariënwaerdt tot heerlijkheid gebombardeerd. Dat trok de graaf Van Bylandt over de streep. Hij bouwde op de gewelven van de voormalige abdij het Huis Mariënwaerdt, met nogal veel toebehoren.
Het negenhonderd hectare grote landgoed is sindsdien steeds in rechte lijn vererfd, via de Van Balverens aan de Van Verschuers.

Akkerbouw, veeteelt, fruitteelt, tuinbouw, bloementeelt, ze zijn hier van alle markten thuis - en het is allemaal biologisch, dat spreekt voor zich. De verdere commerciële uitbating van het familie-erfgoed begon ooit met een landwinkeltje. Dat ging pas echt lopen toen de notentaart van barones Catharina op de schappen kwam. Er is nu een landwinkel van formaat, met kazen, vlees van eigen Lakenvelders, sappen, chutneys, die befaamde walnotentaart natuurlijk, kleding, serviesgoed en meer. Hoeve Stapelakker werd pannenkoekenhuis De Stapel(b)akker, er is een bed & breakfast zag ik al, een paardenpension, een zorgimkerij en een kwekerij. Wie op het landgoed wil vergaderen, confereren of feesten kan zijn gang gaan. O ja, er is ook die jaarlijkse Landgoedfair.

Mariënwaerdt ademt de sfeer van vroeger. Liepen de Van Bylandts en de Van Balverens hier weer in de rondte, ze zouden zich er direct weer thuisvoelen. Ook als je met de tijd meegaat, kun je de indruk wekken dat de klok stil is blijven staan.
Ik sta intussen ik nog altijd aan het eind van die Appeldijk.