Afbeelding
Foto:

In Acquoy

De skyline van Acquoy is beschermd dorpsgezicht, en dat begrijp ik heel goed. Wat ligt het dorpje daar mooi te wezen aan de buitenbocht van die afgesneden meander van de Linge.

De ‘plattegrond’ van Acquoy is standaard voor de dijkdorpjes hier: er is een voorstraat, de Lingedijk, en een parallel daaraan lopende achterstraat, hier de Pr. Beatrixstraat en de Achterweg. Die laatste sluit aan beide kanten vorksgewijs – dat is het woord – aan op de dijk.

Het is natuurlijk vooral de voorstraat die het ‘m doet: die woonhuizen en boerderijtjes tegen het talud van de dijk, dat kerkje, die pastorie, dat haventje voor de deur, die twee boerenhoeven buitendijks op woonheuvels – en die gasterij die natuurlijk ‘Lingezicht’ heet. Alsof de ‘vooruitgang’ hier niet heeft toegeslagen. Ik zou niet raar opkijken als Dik Trom hier de hoek om kwam.

Dat kerkje heeft een losstaande, stompe toren, en daar is iets mee: hij steekt de toren van Pisa qua scheef staan naar de kroon. Hij is krap vijftien meter hoog, zware stormen hebben hem wat ingekort. Tijdens de bouw, in de tweede helft van de vijftiende eeuw, begon-ie al wat te verzakken en nu staat de toren meer dan een meter uit het lood.

Ik lees op een zerk op het kerkhofje naast de kerk dat Cornelia Pisa daar rust, echtgenote van de plaatselijke predikant en overleden op 1 januari 1941. Of de duvel ermee speelt.

In het oorspronkelijk misschien wel vijftiende-eeuwse Polderhuis, recht tegenover de kerk, zetelde het dorpsbestuur onder leiding van de drost van Leerdam. Het witgepleisterde gebouwtje heeft een bordestrap waar het raadhuis van Leerdam een moord voor zou doen. De open klokkenstoel op het donkergrijze pannendak is wél in verhouding.

In het ook al witgepleisterde, meer bescheiden huisje even verderop werd in 1585 Cornelius Jansenius geboren. Hij bracht, lees ik op het bordje aan de muur, het tot bisschop van het Vlaamse Ieper en was bovenal grondlegger van het jansenisme. De waaghals keerde zich tegen de pauselijke onfeilbaarheid en tegen de alleenmacht van de vorsten uit die dagen. Zijn boek Augustinus, dat gelukkig na zijn dood verscheen, werd als ketters veroordeeld.

Acquoy heeft nog geen Janseniusstraat.