Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936)

Algemeen

De schalmei

Zeven zonen had moeder:
Allen heetten Peter
Behalve Wanjka die Iwan heette

Allen konden werken:
Eén was geitenhoeder,
Eén vlocht sandalen,
Eén zelfs bouwde kerken;
Maar Iwan die Wanjka heette
Wilde niet werken.

Op een steen in de zon gezeten
Bespeelde hij zijn schalmei.

‘O, mijn lieve,
Mijn lustige,
Laat mij spelen
In de schaduw van mijn
Korte rustige vallei.
Laat andren werken
Sandalen maken of kerken,
Wanjka heeft genoeg aan zijn schalmei.’

Uit: Serenade, 1930

Uitgelicht

Digitale krant